Door: Harry Staps

 
Zaterdag, 1 juli 2006
 
Smeltend asfalt en stoere praatjes

De trainingsrit Ardennen op het programma. Ik had het weekend er voor samen met mijn broer Dyon de rit al een stukje voorgereden.

Dat ging vrij redelijk en daarom besloot ik ook maar eens een keer mee te gaan. Dat is mij prima bevallen en ik kan terug kijken op een gezellige en sportieve dag in de bloed- en bloedhete Ardennen.

Wat betekent het nu voor een relatief nieuw lid dat nog niet eerder met een trainingsrit is mee geweest?

  • Allereerst moet je verschrikkelijk vroeg (5.00 uur) je nest uit om op tijd op De Deel te zijn.
  • Meteen valt op hoe goed het vervoer van de fietsen en de clubgenoten geregeld is.
  • Gezellige autorit van ongeveer 2 uur (afhankelijk van bij wie je in de auto zit).
  • Korte briefing bij aanvang van de rit, route wordt besproken en er worden twee groepen geformeerd (Klimmers en mindere klimmers)
  • Samen uit, samen thuis. Er wordt op elkaar gewacht aan het einde van elke klim.
  • Het valt op dat een aantal clubgenoten de Ardennen als hun broekzak kennen.
  • Goed getimede pauze waarbij vrijwel tegelijkertijd de twee groepen op het afgesproken terras aan de koffie met gebak gingen.
  • Geduldige bezemwagen die de hele dag achter ons aan tufte en voor een stukje extra veiligheid zorgde.
  • Doordat er twee groepen reden bleef het ook voor iedereen leuk. De onderlinge verschillen binnen de groepen vielen erg mee. Dat maakt deze opzet herhaling vatbaar. Ook de mindere klimmer beleeft zo een leuke dag!

    Verslag

    Daar stonden we dan, kort na achten, op een parkeerterrein in Remouchamps. Op dat moment was het nog redelijk koel maar je voelde de zon al prikken. Ieder zocht nog even de beschutting om te plassen. Fietsen werden in elkaar gezet en kleding aangetrokken. Onze voorzitter had de avond tevoren nog geprobeerd zijn buitenband met een spijker vast te slaan op zijn velg. Daarbij was het niet in hem opgekomen dat dan eventueel de binnenband kon beschadigen en leeglopen. Het euvel werd ter plekke hersteld en leverde nauwelijks vertraging op. De groep van 18 werd in tweeën verdeeld. Voor de klimmers stonden er twee extra cols op het programma. Ik sloot me daarom maar meteen aan bij de groep “mindere klimmers”. Toevallig kwamen we uit op twee groepen van 9 renners. Voor de echte liefhebbers was er voorzien in een toetje. Zij konden na afloop van de rit nog even de Redoute op. Stoere praatjes alom. Een groot aantal clubgenoten zou dat varkentje die middag ook nog wel even wassen. Appeltje eitje, twee vingers in de neus! Goed en wel om 8.30 reden we weg richting Comblain. De groep klimmers begon meteen in Aywaille al aan de Cote de Sprimont. Wij reden recht door naar onze eerste klim de Cote de Oneux. Dat werd meteen afzien en voor sommigen zelfs afstappen. Toch kwamen we redelijk gegroepeerd boven aan op wat later bleek een van de zwaarste bergjes van die dag. We waren nog niet warm genoeg zullen we maar zeggen. Tijdens de afdaling pakte John Kollenburg meteen het dag-snelheidsrecord. Met een ware doodsverachting stortte hij zich naar beneden en haalde 76,2 km/u.

  joomplu:1292Net toen ik dacht dat we wel lekker bezig waren, kwamen bovenop de Kin-Stockeu Jos de Volder en Piet Kuijten, als eersten van de groep klimmers, al over ons heen denderen. Wat een geweld! Na ook nog de Cote de Bru-Chevron en de Ancienne Barriere verteerd te hebben daalden we af naar Trois Ponts. In de afdaling was het oppassen, want ruim voor het middaguur was op verschillende plekken het asfalt al aan het smelten!
In Trois Ponts kwamen we onze clubgenoten weer tegen en kregen we koffie of fris met gebak. Even bijkomen. Bidons werden gevuld, muesli repen aangevuld en liters water weggetankt. Bij het vertrek vanuit Trois Ponts was het ver over de 30 graden. Het zou nog een hete middag worden. Op de provinciale weg naar Stavelot lag prachtig nieuw asfalt. Dat was de week er voor nog niet zo! Wij hebben toen over een kapotgereden betonbaan gefietst. Deze snelheid bij wegwerkzaamheden zijn we niet gewend van onze zuiderburen.
Later realiseer ik me wat de reden is. De tour-etappe naar Valkenburg op dinsdag gaat over deze weg. In Stavelot draaiden we, zoals ook onze tour-collega’s op dinsdag zouden doen, meteen links de Haute Levee op. Daarbij hield, in mijn geval, elke overeenkomst met de Tour de France op. Wat een verschrikkelijke helling! Hoe ik daar boven gekomen ben? Ik kan het me niet meer herinneren. Wel weet ik nog dat ik erg jaloers was op mijn clubgenoten die wel een tripeltje hebben. Had ik er toen ook maar een genomen, maar ja het geld was op, en je kunt ook niet alles hebben in het leven! Dus maar gaan staan en naar boven harken op de 36/27. Daarna nog zo’n fijne klim, de Cote de Rosier. Niet overdreven zwaar maar wel erg lang en bloedheet. Links en rechts werden we ingehaald door de broodmagere renners van een Belgische vereniging. Alsof je stilstond. Ik heb me maar voorgehouden dat die jongens net begonnen waren aan hun rit. Dat zal waarschijnlijk wel niet maar die gedachte hield me in elk geval mentaal op de been. Boven op de Rosier, het hoogste punt van de rit, heeft Jan Zoontjes onze heldendaden op foto vastgelegd. De laatste klim was de Maquisard tussen Spa en Remouchamps. Op deze klim kreeg mijn broer Dyon een plotselinge opleving en reed iedereen het snot voor de ogen en kwam met ruime afstand als eerste boven. Chapeau zou Mart Smeets zeggen. Ja, en toen waren we weer terug op die parkeerplaats in Remouchamps. Er stond nog een toetje op het programma! Weten jullie nog, de beklimming van de Redoute. Daarop hadden we ons toch allemaal zo verheugd? Appeltje eitje, twee vingers in de neus? Van de bravoure van die ochtend was geen spoor meer te bekennen. Men zweeg angstvallig en keek elkaar wat glazig aan. Zelfs Piet Kuijten, ons aller voorbeeld, ontweek elke uitdagende blik en keek strak de andere kant uit. Hij mompelde iets als, “Ik moet nog auto rijden”. Nog steeds vraag ik me af wat hij daar mee bedoelde. Is Piet een soort van BOB die niet mag fietsen als hij nog moet rijden? Ik kan me vergissen maar ik heb altijd begrepen dat een BOB iets te maken had met de combinatie alcohol en verkeer. Maar goed, dit zal altijd een mysterie blijven.

Om een lang verhaal kort te maken, niemand is die middag nog de Redoute op gegaan. Dat wil wel wat zeggen over de zwaarte van de rit. Ik denk dat ik namens alle clubgenoten spreek als ik zeg dat we een ontzettend leuke en gezellige dag gehad hebben. Voor mij in elk geval een reden om vaker mee te gaan met deze ritten! Bedankt organisatie en bezemwagen voor jullie inspanningen en geduld!  

up