Door: Ad Schrijver
Zaterdag, 6 augustus 2005
“Ad, ga nog eens een keertje mee met een toerrit van de Hellen, als begeleider”, zei Neel Spapens ergens in april 2005, bij een toevallige ontmoeting. Lang nadenken hierover was niet nodig, ja dat leek me wel wat. Vervolgens rit uitkiezen en vastleggen.
Na de oprichting van WTC De Hellen in 1980 tot begin jaren negentig vele ritten met De Hellen gereden. Zowel als toerrenner en ook als begeleider. Benieuwd of er veel is veranderd.
Het is 06.45 uur en ik ben bij De Deel. Binnen 5 minuten is iedereen aanwezig, 13 renners in totaal. Jan van Nunen en ondergetekende zullen als begeleider in de volgwagen plaatsnemen. Weersvoorspellingen zijn niet hoop-gevend. Zwaar bewolkt, in de loop van de dag regen en maar 18 à 20 graden. Voorafgaand int Jan van Nunen op de parkeerplaats bij het wijkgebouw bij een ieder het benodigde inschrijfgeld voor benzine, incl. koffie en gebak voor de pauze tijdens de rit. Later legt Jan mij het systeem uit. Lijkt me een perfect en duidelijk systeem.
Om 07.00 uur rijden we richting Zuid Limburg en wippen tussen Maastricht en Vaals de grens over naar het plaatsje Teuven. Jan van Nunen is er al eerder geweest en loodst ons feilloos naar café “Moeder de Gans”. Onderweg zie je de bewolking toenemen en hier en daar kleurt deze van licht- naar donkergrijs. Het zal toch niet gaan re’’’’’’’. Niet aan denken.
Op de parkeerplaats bij Moederke Gans kleden de renners zich om en helpen Jan van Nunen en ik om de 8 fietsen van de aanhangwagen af te halen en de wielen in de vork te steken.
Om 09.10 uur reden we de parkeerplaats af bij Moeder Gans. Na circa 24 meter en 32 centimeter te hebben gereden, defect aan de trapper van Jan Hes. Schroefje los gesprongen en weg. Na circa 10 minuten rijden we in ganzenpas weg en zal Jan met zijn rechtervoet “los” op de trapper moeten blijven staan. Kennelijk voor Jan die dag geen probleem, want hij gaat er uitstekend mee de heuvels op en af. Na 284 meter, klapband voor Arno Brouwers. Dat is al vlug. Na reparatie van de achterband kunnen we eigenlijk pas echt vertrekken.
Slechts 2 renners rijden voor me waar ik nog mee heb gereden, Piet van Tongeren en Theo Coehorst. En dat op 13 renners. Van Jan van Nunen hoor ik in de volgauto dat er circa 140 leden zijn bij WTC De Hellen. Volgens mij moeten er dan tussen de 300 en 350 mensen lid zijn geweest c.q. nog lid zijn in al die 25 jaar. Tsjonge jonge, wie had dat kunnen denken. Theo met zijn 64 jaar rijdt nog steeds knap omhoog. In zijn eigen tempo. Petje af.
Na circa 25 km een lange klim naar Barrage de Gileppe. Een grote stenen leeuw van circa 20 meter hoog, nodigt ons al van ver uit om een korte (plas) pauze te nemen met uitzicht over het stuwmeer. Gevolg een discussie of het monument de “ Leeuw van Vlaanderen” voorstelt of niet. En dat in de franstallige Voerstreek.
Weer verder naar de rustplaats in Clermont. Opvallend slecht wegdek in dit gedeelte van de rit. Veel kuilen en scheuren. Rond 11.20 uur gepauzeerd in het hart van Clermont, waar men tenten en podia aan het opbouwen was voor de jaarlijkse braderie en feestdag. De BBQ's stonden al roodgloeiend.
Arie de Jong verzamelde daar alle koekjes die bij de koffie werden geserveerd. Hij sprak ook de stille wens uit dat bij alle volgende ritten, iedereen de koekjes bij hem wilde inleveren, maar ik mocht dat niet door vertellen, wat ik dus ook niet zal doen.
Na een half uurtje stapt iedereen weer op het stalen ros en rijden we verder via Thimister, Herve en Blegny richting Dalhem. Onderweg worden we in een dorpje door “ de Zwaantjes “ op motors naar de kant gedirigeerd, en kort daarna komt de wedstrijdleiding van de 39e juniorenklassieker Liege- La Gleize voorbij, een wereldbekerwedstrijd. In hun kielzog raast een peloton van circa 200 renners ons voorbij, afkomstig uit heel de wereld, zoals te lezen is uit een snel geritseld deelnemerslijstje.
|
|
We rijden verder via kleine korte heuveltjes door een mooi landschap. Kort voor Dalhem, is de weg afgesloten en mogen we ver voor het dorp al niet meer verder, wegens het jaarlijkse Zigeunerfestival.Snel is door Jan en mij een omleidingsroute samengesteld en rijden we voorop. De snelste omleiding levert enkele stukjes weg op met een hoog Rarijs-Roubaix-gehalte, maar zonder extra kilometers arriveren we in Visé, waar we weer de oorspronkelijke route volgen.We rijden via Mortroux en Aubel naar Merkhof, waar we die morgen ook zijn begonnen. We buigen linksaf en rijden dan weer naar Teuven en komen weer bij “Moeder de Gans” om 14.10 uur. Volgens afspraak rijden daarna Sjef Verhoeven, Wout v.d. Broek, Maaike en Hendrik de Jonckheere, Maarten Scholze en Jan Hes nog een extra ronde via onder andere Epen en Slenaken, aangeduid als Enecotour-toetje. De overige renners zouden plaatsen bezet houden op het terras bij “Moeder” voor de moedigen die verder reden omdat het er toch wel druk werd op het terras. Uiteraard hadden Piet van Tongeren, Theo Coehorst, Arie en Chris de Jong, Tony Janus en Arno Brouwers, graag nog die extra lus gereden, maar ja iemand moet op het terras die stoelen bezet houden. Toen we weer terug kwamen na die extra lus, had iedereen dus een mooi plaatsje op het terras, waar werd genoten van een welverdiend glaasje bier of fris.
Wat was dat vroeger altijd een gereken. Aantal kilometers gereden elke auto. Rekening houden met de volgauto, die meer kilometers reed en ook nog eens duurder liep. (Nog een geluk dat de benzineprijs toen niet zo hoog was). Voeg daarbij evt. koffie/thee en evt. gebak en soms inschrijfgeld etc. Delen door het aantal deelnemers en kassa. Op de terugweg proberen te innen en renners die al eerder waren weggegaan nadien het geld proberen te ontvangen. Wat een geklooi. Mooie constructie op die aanhangwagen van Wout van de Broek. Degelijk en vooral veilig gemaakt. Compliment. Begin jaren ‘80 had bij de club ook een renner zo’n soortgelijke constructie gemaakt. Er konden wel 4 fietsen op. Tijdens een rit ergens in de buurt van Stamproy, reed de volgwagen met op de aanhangwagen de reservefietsen een stukje voor ons. In een bocht zagen we echter de constructie los komen van de aanhangwagen en gevaarlijk overhellen. Met een grote klap viel de fietsconstructie weer op de aanhangwagen. Ik geloof dat iedereen zijn eigen fiets na afloop uit voorzorg zelf mee naar huis nam. Midden jaren ‘80 hadden we al een klapband na 10 meter en hij was niet de enige. Wat was het geval. Een fervente Hellenrijder kon 100 binnenbanden kopen voor 100 gulden. Hij vroeg of er mensen belangstelling hadden. De bestellingen vlogen om zijn oren en op woensdagavond kregen tientallen renners hun bestelling van meerdere binnenbanden uitgeleverd. Wat een koopje. De zondag er na “Rondje Bavel” en hadden 6 renners de binnenband al op hun wielen gemonteerd en meerdere renners hadden een of meerdere gekochte banden als reserveband bij. En maar opscheppen tegen degenen die de koop van het jaar gemist hadden. Na 10 meter (je kon de koffie van De Deel nog ruiken) klapband van een van de koopjesjagers. Band van 1 piek weg. Na 100 meter de volgende. Uiteindelijk alle 6 gemonteerde goedkope bandjes voor Gilze al kapot. Wie had er nog een reserveband bij. Keus genoeg. Bandjes van 1 gulden. U raadt het al. Weer vele lekke banden. De banden waren kennelijk met een riek gelost bij de verkoper. Wat me tijdens de rit opvalt is dat er veilig gereden wordt. Nooit met veel risico door bochten en ook niet drie of vierdubbel rijden, zodat het overige verkeer er bijna niet langs kan. Nee iedereen beheerst zich. Ook rijden alle renners met een goede valhelm op. Bij de start van WTC De Hellen was dat wel anders. Nagenoeg niemand een helm op en verder veel cowboygedrag, met gevaar voor zich zelf maar ook voor andere weggebruikers. Compliment voor de discipline die ik vandaag heb gezien.
Het vreemde van alles is dat we onderweg veel dreigende wolken hebben gezien maar dat we geen druppel regen hebben gehad. We reden op plaatsen waar het kort daarvoor hard had geregend. Dus toch een beetje mazzel gehad. Daarna weer huiswaarts.
Ik heb genoten van een mooie sportieve wielerdag en heb er beslist geen spijt van dat ik mee ben gegaan. Leuk was het om weer eens de goede sfeer te proeven die meestal bij zo’n rit bij iedereen aanwezig is. Wie had dat gedacht 25 jaar geleden dat het tot zo’n bloeiende club zou uitgroeien. Niemand mag het me kwalijk nemen dat ik toch wel enigszins trots die dag achter de renners heb aangereden.
|