Door: Piet Kuijten Foto's: Bekijk ook de route en de foto's van 100Cols-tocht: Saverne - St. Jean le Vieux (1403 km) St. Jean le vieux - Carcasonne (613 km) en het uitstapje Pamplona (220 km) meer info: website Roodrunner
Vrijdag, 11 juli 2008
Tussen de buien door, ben ik om 7 uur naar het station in Tilburg gefietst. Daarna met de trein naar Arnhem waar het een drukte van belang was. Vele groepen stonden klaar om naar de verschillende bestemmingen toe te gaan. De wandelaars waren in de meerderheid. Ook SNP vertrok er met een groep. Wandelen heb ik ook gedaan. Het is totaal anders dan fietsen. Bij het wandelen zie je meer details, kleine bloemen, ornamenten van huizen, enz…. Maar je ziet aan de andere kant ook minder omdat je niet zo'n grote afstanden aflegt. Bij mij ging het vooral om landschappen en onderdelen daarvan. Ik denk dat beide groepen veel zien maar totaal anders. En dan heb ik het natuurlijk over een fietser die normaal fietst. Niet over een snelheidsduivel waarbij veel kilometers maken het belangrijkste is.
Om 10:30 vertrok de trein naar Basel/Zürich. Ik stapte, na een slechte nachtrust, uit in Offenburg (Duitsland) om 05:20 uur. Mijn eerste etappe was een aanloopstuk (87 km) naar Saverne in de Vogezen Frankrijk. Via de schitterende stad Strasbourg arriveerde ik vroeg in Saverne. Daarom, na een warme maaltijd, meteen maar begonnen met de 100 Cols-tocht. Eerst een stempel halen in het station van Saverne. Het was nu schitterend weer terwijl het in de morgen nog regende. Meteen de eerste helling (côte) voor mijn kiezen. Het was even zoeken naar de juiste versnellingen. Daarna volgde de eerste col, de Col de Valsberg (652 m). Het begin was gemaakt. Hierna op het 30 km-punt bij Dabo mijn eerste camping bezocht.
Zwaar? Klimmen met bagage
Het was even wennen om in het ritme te komen. Na een paar dagen ging het weer als vanouds. Ook het klimmen ging steeds beter. Je komt in het begin (de eerste 1400 km) geen Côtes en Cols van naam tegen, behalve de "Col du Pas de Peyrol" (Puy Marie), maar deze kunnen toch behoorlijk pittig zijn. Kort maar hevig zullen we maar zeggen. Ik zorgde ervoor dat ik steeds ontspannen kon blijven klimmen. Dus op tijd naar een lichtere versnelling. Hierdoor houdt je het veel langer vol. Als het nodig is schakelde ik ook over op mijn lichtste versnelling (22 x 32). En dat is licht. Ik sleepte wel bijna 25 kg bagage mee terwijl mijn fiets (Koga Miyata Globetraveller) ook al 18 kg weegt. Twee achtertassen waarvan eentje mijn keuken (pannen, voorraad, bestek, kookgerei, enz..) was en de ander mijn douche. Die bevatte naast mijn douche spullen ook nog gereedschap, regenkleding, sandalen, enz… Verder een kanozak dwars boven op de achtertassen met mijn woning. Dus tent, slaapzak, matje, enz.. Verder bevatte mijn twee voortassen mijn kleding. De eerste tas mijn fietskleding en de andere mijn normale kleding met daartussen mijn spiegelreflexcamera.
In St. Jean Pied du Port voegde mijn zwager May van den Heuvel zich bij mij. Samen hebben we de Pyreneeën bedwongen. Ondanks mijn bepakking moet ik zeggen dat de Tourmalet, Aubisque, Soulor, Peyresourde, Soudet, enz. heel goed te doen zijn. Alles tot 10 % was voor mij, met mijn "koffiemolentje" geen probleem.
De zware bergen waren de Burdincurutcheta (4 km lang ruim boven de 10% in het middenstuk), Marie Blanque (de laatste 4 km met 12, 11, 13 en 12 % gemiddeld per km), Port de Bales (de eerste kilometers zijn ruim boven de 10%), Mente (9,8 km met een gemiddelde van bijna 10%, waarvan het steilste stuk in de eerste 3 kilometers zat), Portet d Aspet (kort maar steil, vooral in de eerste 2 kilometer) en de Peguere (3,6 km lang met een gemiddelde van 11,7 waarbij het steilste stuk, over een paar 100 meter, 18% is en de eerste kilometer een gemiddelde heeft van 14,8%) zijn de zwaarste. Hierbij heb ik alleen de laatste kilometer op de Marie Blanque (zeer warm weer) en een paar honderd meter op de Col de Peguere (18%) gewandeld. Mij is verteld dat de cols in de Alpen gelijkmatiger zijn dan die in de Pyreneeën. Dat vind ikzelf wel wat prettiger. Ik kijk er nu al naar uit om die volgend jaar te mogen beklimmen.
|
|
Angstige momenten Tamme kraai
Het weer bleef steeds erg goed. Alleen in de eerste dagen heb ik wat regen gehad en dan hoofdzakelijk in de nacht. Op mijn tweede camping kreeg ik te maken met een tamme kraai. "Dat is onze tamme kraai. Je hoeft er niet bang voor te zijn" : waren de geruststellende woorden van de campingbeheerster. Maar als hij naar je toevliegt met de bedoeling om op je schouder te gaan zitten schrik je jezelf toch behoorlijk lam. Ik had het niet meer. Bij het opzetten van de tent had ik nog geen last. Maar daarna begon het feest. Ik zat in mijn tent opening en zag hem plots recht op mij aan komen vliegen. Wat zijn kraaien groot als ze hun vleugel spreiden. Hij dreigde recht in mijn tent te vliegen. Met mijn voet stampte ik hem weer naar buiten. Hij bleef toen even op mijn tent zitten en begon er aan te pikken. Dus joeg ik hem er weer van af. Naar buiten komen durfde ik bijna niet meer. Toch naar het toilet geweest en weer behoorlijk last gehad met die kraai. In de nacht regende het behoorlijk maar in de ochtend was het weer droog. Ik pakte mijn tassen weer helemaal in en ook de binnentent ruimde ik op. Hierna moest ik wel weer naar buiten. Opnieuw vloog hij steeds op mij af en ik was behoorlijk panisch. Een Nederlander kwam zijn tent uit toen hij mij zo bezig hoorde. Hij zei doodleuk:"Niet de kraai is het probleem, maar jij. Je bent bang. Je hoeft niet bang te zijn voor hem. Hij is tam.". Het is eigenlijk hetzelfde als een hardloper te horen krijgt van een hondenbezitter:"Hij doet niets.". Wel zorgde hij ervoor dat ik mijn tent normaal kon opruimen. Hij nam de vogel steeds op zijn arm. Toen zag ik ook hoe groot zijn openstaande bek was. Een klein vogeltje kon er zo in. Wat was ik blij dat ik die camping achter me gelaten heb. Tijdens mijn verdere reis moest ik vaak aan deze kraai denken als ik wilde kraaien (en die waren er veel) hoorden kraaien. Maar dit was eigenlijk het enige onprettige wat ik heb meegemaakt tijdens de hele fietstocht. In Spanje (2007) was ik ook eens achterna gezeten door een hond. Daar heb je ook wilde en onbetrouwbare honden die vrij rond liepen. Ik was altijd wat bang als ik honden zag. Tijdens deze fietstocht heb ik die angst totaal niet gevoeld. Er zijn wel honden maar degene die vrij rondliepen zagen er helemaal niet angstwekkend uit. Ze waren heel rustig.
Het landschap Koren-, zonnebloem- ,wijnvelden en bossen
In tegenstelling tot Spanje, waar ik in 2007 twee maanden rondgefietst had, was Frankrijk niet dor en droog. De bergtoppen, zoals de Tourmalet, Aubisque, Soudet, enz….. , waren ruig omdat je boven de boomgrens kwam. De lager gelegen delen bestonden dan vaak uit bossen. Verder werd ik in het begin vooral geconfronteerd met korenvelden. Het koren werd gemaaid en opgerold. Bij ons in Holland hebben ze vaak een ander systeem. Bij ons zie je meestal hooibalen in blokvorm. Dus voor mij waren die "hooirollen" wel speciaal en een goed onderwerp voor mijn foto's. Volgens mij moet Frankrijk de graanschuur van Europa zijn. Zoveel graanvelden kwam ik tegen en die waren echt heel uitgestrekt. Het mooiste is het als het koren is gemaaid en dat je de banen goed kunt zien in het licht van de zon.
Later werd ik getrakteerd op uitgestrekte zonnebloemvelden. Na Astaffort (het 1146 km-punt) had de organisatie van de 100 Cols-tocht, in plaats van de erg drukke N21, een heerlijk alternatief gevonden naar Lectoure. De weg was erg smal. Amper verkeer. En zoveel zonnebloemvelden, dat wil je niet weten. Ik heb daar heerlijk gefietst en foto's gemaakt.
Voor Plaisance (1243 km-punt) zag ik steeds meer wijnvelden. Ook zag ik op een bord staan:"Vin de Pays des Côtes de Gascogne". Deze kwam ik ook tegen in de winkel op de camping in Plaisance. Ik was vroeg daar dus ik vond het een goed moment om een fles te kopen en te proeven. Het was een heerlijke wijn. Wat wil je anders. Lekker voor je tent in de schaduw van bomen. Zonnetje scheen dus. Vanaf hier werden de zonnebloemvelden weer wat schaarser. Korenvelden bleef je overal wel zien maar in het begin kwam ik ze vaker tegen.
Bossen zag ik vooral in het begin maar overal kwam je wel bossen tegen. Ook daar is het schitterend fietsen. Soms was het wel lekker, zo in de schaduw in plaats van in de zon. Ik moet zeggen dat Frankrijk mij echt heeft verrast. Dit was de eerste keer dat ik door Frankrijk fietste. Ja, Parijs. Daar was ik ook wel eens geweest. Maar dat is niet het Frankrijk waar ik nu doorheen kwam.
|