Kalender
Door: Maarten Scholtze
Zaterdag, 28 augustus 2005
De allereerste keer Diekirch-Valkenswaard
Sinds mijn aanmelding als lid van WTC de Hellen vorig jaar augustus, na een onderbreking van meer dan twintig jaar terug in de wielersport, ging het bij iedere toer of trainingstocht eigenlijk maar over een ding. En dat was Diekirch- Valkenswaard. De meeste verhalen hoorde ik meewarrig aan. Wie is er nu zo gek om tweehonderdenzestig kilometer terug te fietsen van Luxemburg naar Brabant. Bang was ik vooral van die laatste honderd kilometer. Afstanden van rond de 150 kilometer daar was ik niet bevreesd voor maar een rit van tweehonderd kilometer of meer, dat is toch andere koek. Meerdere mensen probeerden mij te enthousiasmeren, maar ik zag toch vooral problemen van organisatorische aard om mezelf aan te melden voor deze “monstertocht”. Vrijdag is nog steeds een drukke dag om te werken en net koud terug van vakantie weer snipperen werd toch problematisch. Maar hoe dichter de “moeder van alle toertochten” dichterbij kwam hoe meer het bloed ging kriebelen. Na een korte en slechte nachtrust, hard bed en bruiloft beneden in de zaal, en een ontbijt met veel oud brood staan we in alle vroegte om half zeven aan de start. Ondanks dit tijdstip staan we toch achteraan. Om logistieke redenen heb ik het shirt van de Eindhovense vrienden aangetrokken, in hun volgwagen zitten immers mijn spullen en ik ben bang dat ze me in een ander shirt niet zullen herkennen in de drukte bij de stempelplaatsen. Het shirt van de Hellen heb ik voor de zekerheid ook maar meegenomen. Als we om half acht van het plein wegrijden staan er geen 20 renners meer achter mij. We zijn eigenlijk met een groep van 11, maar 7 mensen rijden zonder te stempelen weg en laten dit aan iemand anders over. Zoals gezegd vertrekken we met vier man de kille ochtend in. Meteen gaat het tempo flink omhoog. Ons groepje bestaat uit een arts, een cafetaria-uitbater, een automonteur en ondergetekende. Vooral die Doktor kan erg hard fietsen, maar ja hij heeft ook een eigen medicijnkast. Hij gaat op kop zitten en spurt van groep naar groep. |
Binnen tien kilometer komen we de verschillende groepen van de Hellen voorbij gestormd. Enigszins beschaamd passeer ik beide groepen. Wel de startkaart maar niet met de groep meerijden. De tocht verloopt voorspoedig. Het tempo is goed, het weer fantastisch en de wegen vooral slecht in België. Bij het derde rustpunt zie ik weer niemand en ik besluit om bij het laatste rustpunt van trui te wisselen en met WTC de Hellen te finishen. Ook het stuk over het vlakke land levert geen problemen op, en blijkbaar is de conditie goed want ik ga steeds sterker rijden. Bij het laatste rustpunt aangekomen staan daar twee renners mij op te wachten. Hier word ik niet blij van. Ik heb 150 kilometer met de Helen gefietst en nu moet ik ze weer in de steek laten. Gelukkig is er begrip voor de situatie en vertrekken we met z’n drieën naar Valkenswaard. Het eerste stuk zijn we nog een trio maar op het stuk langs het kanaal worden we ingehaald door een tiental renners, die stevig doorfietsen. Vanaf Hamont gaat de kilometerteller steeds boven de 40 kilometer. Ik sta steeds meer versteld van mijzelf, na 240 kilometer dit nog kunnen. We steken de grens met Nederland over en de eerste begroetingen vallen ons ten deel door mensen die op terrasstoelen zitten te wachten op de renners die gaan passeren. Ze doen dit in gezelschap van een lekkere pint en ik kan ze geen ongelijk geven. Wachten maakt dorstig. Als ik net voor Leende eens achterom kijk zie ik mijn “collega’s” niet meer en ik besluit om te wachten. Blijkbaar heb ik geen vrienden gemaakt want zij zijn een beetje boos dat ik hard ben doorgereden terwijl zij op mij gewacht hadden bij de laatste rustplaats. Tot mijn verdediging kan ik zeggen dat ik niet wist dat ze achterop waren geraakt. NB.: Nog een hartelijk dank aan al diegene die zich verdienstelijk hebben gemaakt zodat ik deze tocht succesvol kon beëindigen. |
|