2009: Dolomieten Fietsweek


Dag 5: Passo Pordoi, Passo Sella, Passo Gardena, Passo Valparola en Passo Falzarego

Dit was eigenlijk de “Koninginnerit” van gisteren. Het weer zag er goed uit. De zon scheen behoorlijk. De lucht was nagenoeg blauw met een enkel wolkje.
John, Raymond en ik wilden eigenlijk de hele rit rijden. Dus ook nog de Passo Giau. Wij vertrokken vanaf het hotel. De overigen namen de auto naar Arabba zodat zij de eerste 21 kilometer met een stijging van ruim 600 meter zouden overslaan. De klim naar Arabba verliep voorspoedig. We rekenden uit dat we hier een achterstand van ruim een half uur zouden hebben op de anderen.
De klim (9,4 km lang) van de Passo Pordoi was schitterend en zeer gelijkmatig (gemiddeld 6,8%). We bereikten vandaag het hoogste punt van de hele week, nl. 2.239 meter. De overige toppen die we vandaag zouden beklimmen lagen allemaal iets lager dan deze hoogte.
We reden in het typische landschap van de Dolomieten. Ruige steenmassa’s die uit het groene landschap omhoog rijzen.
Sneeuw lag er nog overal maar niet genoeg om te skiën. Na een korte afdaling volgde een korte beklimming die wel steviger was dan de Passo Pordoi. John was al eerder gestart. Raymond en ik volgden hem wat later ook, nadat we onze GPS-systemen in gereedheid hadden gebracht. Ik dacht dat Raymond wel naar John toe zou snellen. Dus ik bleef bij hem hangen. Maar veel dichterbij kwamen wij niet. Op een bepaald moment ging ik Raymond toch maar voorbij. Hij gaf toen aan dat hij te maken had van een hongerklop. Ik wenste hem maar veel sterkte en succes toe en ging op weg naar John. John had dat in de gaten. Ik naderde hem wel maar hij werkte zich het “apezuur” om het gat niet veel kleiner te laten worden. Ik kon hem wel steeds dichter naderen maar John liet het niet toe. Zo kon het gebeuren dat John als eerste de top passeerde. In het voorbij gaan zag ik bekende fietsen staan bij het restaurant. Maar John reed door tot het bord van de top voor de foto. Een passant zette ons samen op de foto. Weer terug bij het restaurant kwam ook Raymond op de top. Binnen werden we onthaald door de anderen, behalve Hendrik en Henk. Zij waren doorgereden omdat ze wilden proberen om alle toppen te rijden die in het programma stonden. Zij gingen verder terwijl John, Raymond en ik een heerlijk bordje spaghetti bestelden met een grote cola. Nog voor ik mijn bord leeg had bestelde Raymond nog een portie. Ook dat had hij op voordat ik mijn bord leeg had. Wat kan die eten. “Ja, …. Ik heb een zeer goede verbranding”, was zijn antwoord. En dat hebben we kunnen ruiken. De hele week…..
Na deze pauze volgde een korte afdaling die werkelijk weer schitterend was. En natuurlijk een klim die ik heel goed kende. Ik heb deze Passo Gardena al wel zeker vijf keer gedaan. Het is twee kilometer rustig klimmen. Gevolgd door bijna twee kilometer vlak of zelfs wat dalend. Hier kon je goed snelheid maken. Dit deel ligt nagenoeg de hele dag in de schaduw waardoor het er wel erg fris is. Daarna nog even bijna twee kilometer klimmen naar de top. En weer bereiken we zo’n schitterende Dolomietentop.
Meteen verder afgedaald. Ik ben eerder begonnen aan deze zeer mooie 16 kilometer lange afdaling. John en Raymond zouden mij wel in halen. En inderdaad vlogen ze mij na een kilometer of 10 voorbij. Ik probeerde ze zo goed mogelijk te volgen. Ik wist dat na Colfusco de weg zodanig is dat je moest meetrappen om een hoog tempo te halen. En daar ligt juist mijn sterkte. Op het laatste stuk naderde ik beide heren weer. Zij vlogen voorbij een restaurant in Corvara waar de andere groep spaghetti achter hun kiezen probeerden te krijgen. Een luid applaus klonk op. Meteen erachter volgde ik. Op de volgende kruising hoorde ik John nog zeggen:”Hier even wachten op Piet”. “Oh daar is ie al” klonk het daarna verbaasd.
Linksaf naar La Villa, het startpunt van de echte “Maratona Dolomiti”. Deze werd op 4 juli verreden en Vera en Ad Toepoel deden mee. Ze bleken nagenoeg dezelfde nettotijd (7,27 tegen 7,28 uur) te hebben terwijl ze elkaar de hele rit niet gezien hadden, bleek naderhand.
In La Villa, richting Passo Valparola. Deze had ik nog nooit vanuit La Villa beklommen. Wel heb ik hem drie keer afgedaald. Dus ik kende hem wel goed. Achter ons was de lucht compleet zwart gekleurd. Maar wij reden nog steeds in de zonneschijn. Dan maar vlug maken dat we boven komen. Ik ging voortvarend van start en liep redelijk snel weg. Halverwege kreeg ik toch problemen. Het ging niet meer zo goed en een bord spaghetti zou nu goed van pas komen. Hierdoor voelde ik dat Raymond mij steeds meer naderde. Een kilometer of vier onder de top reed hij al achter mij. Na even bij mij gebleven te zijn fietste hij van mij weg. Ik bleef hem wel in het zicht houden maar bij hem blijven lukte mij niet meer. Vele fietsers haalde mij in. Zij behoorden allemaal bij dezelfde fietsclub. Toch herstelde ik wat en kon nog wat fietsers die mij eerst hadden ingehaald weer terugpakken.
Op de top stond Raymond te wachten. We zijn lekker in de zon gaan zitten uit de wind. De donkere lucht hing nog wel achter ons maar was niet meer zo donker. Na een poos zonnen kwam ook John boven. Raymond en ik vertrouwden het weer eigenlijk niet zo goed. De donkere wolken hingen juist boven dat gedeelte van de Passo Giau. Daarom hadden we eigenlijk al besloten om de Passo Giau maar uit het programma te schrappen. John wilde hem wel rijden maar na even overlegt te hebben lieten we Passo Giau links liggen. Een heerlijke afdaling volgde nog tot Caprile van ongeveer 25 km.
Hendrik en Henk, die het eerste deel tot Arabba met de auto hebben gereden, probeerden verder wel alle toppen te rijden. Zij bleken midden in die bui te hebben gezeten waarvan wij de zwarte lucht nog hadden gezien. Ze hebben ook vreselijke hagelbuien op hun dak gehad. Ik verwijs voor een verslag van hun avontuur naar het verslag van Henk Strijbos.
Na 108 km en 3.000 klimmeters konden we tevreden aan het “Hefe-weissbier”.

Na het avondeten heb ik mijn positie ingenomen die ik 's middags had ontdekt om een avondfoto te maken. Ik had al eerder gezien dat de ondergaande zon tegen een rotsformatie aanscheen. Dat zou, bij een mooie luchtpartij, best wel eens een mooi plaatje kunnen opleveren. Zie hier het resultaat.

Dag 6: Colle Santa Lucia, Passo Giau, Passo Falzarego en Passo Valparola
De avond ervoor hadden we besloten om allemaal de Passo Giau te beklimmen. Degene die daarna nog verder wilde zouden dat doen. De anderen zouden dan weer terug rijden. May moest echt omgepraat worden maar besloot uiteindelijk om ook de Passo Giau te doen.
Maar ’s morgens bleek dat Jacques en Paul het toerboek goed gelezen hadden en wilden toch rit 6C, een schitterende rit van ruim 100km met 1000 klimmeters, te rijden. May besloot om met hen mee te gaan. Zij beschreven de rit als bijzonder mooi en heerlijk te fietsen.
De overigen maakten zich klaar voor de Passo Giau. Ik had mijn rugzak weer meegenomen met mijn spiegelreflex-camera met nog een extra telelens. Ik wilde van iedereen weer foto’s nemen. Meteen reed ik van hen weg om op de top van de Colle Santa Lucia iedereen voor het nageslacht vast te leggen. Daarna daalde ik samen met Linda af naar de voet van de Passo Giau. Ze stonden nog op ons te wachten. Na een aarzeling startte Hendrik toch snel met deze beklimming. Vanuit de achterhoede fietste ik naar voren. Raymond reed al helemaal op kop. Ik naderde hem wel maar door een drinkpauze van mij reed hij weer wat verder weg. Vier of vijf kilometer onder de top stopte ik om nogmaals van iedereen foto’s te maken. Over het resultaat ben ik helemaal niet ontevreden. Er zitten best leuke bij.
Nadat Linda en Henk mij, als laatsten, gepasseerd waren pakte ik alles weer in en ging opnieuw op weg naar de top. Het was leuk om het verschil tussen Linda en Henk te zien. Linda, fladderend naar boven met steeds oog voor alles wat interessant was, en Henk, hardwerkend en geconcentreerd naar boven.
Toen ik Linda weer voorbij reed riep ze nog of ik die twee marmotten ook had gezien. Hierna passeerde ik Henk. Ik voelde dat hij, uit alle macht, probeerde om bij mij in de buurt te blijven. De top was toen immers nog maar een paar honderd meter verwijderd.
Het weer was geweldig. Strak blauwe lucht. Warm in de lagere regionen maar fris op de top.
Na een pauze volgde een heerlijke afdaling waarbij Henk ook problemen kreeg met zijn ketting. Die vloog er verschillende keren vanaf.
Hendrik vertelde ons dat hij een restaurant had gezien in de rit van gisteren, een kilometer of vijf onder de top van de Passo Falzarego. Hij ging ons toen vooruit. Het restaurant bleek ten eerste slechts een kleine kilometer voor de top te zijn en ten tweede bereikten John van Engelen en ik de top eerder dan Hendrik. Dus we waren het restaurant voorbij gereden. Nog even een uitstapje naar de top van de Valparola (1,5 km verderop) om foto’s te maken. John en Raymond reden nog naar La Villa om ook de Passo Campolongo te doen. Hendrik was ook die kant uit gefietst. De rest vond het welletjes.
Weer terug volgde alweer die schitterende afdaling van de Passo Falzarego. Omdat ik die afdaling nu beter kende ging deze, vooral de laatste zeven kilometer, erg hard. Doorgereden naar Pieve di Livinallongo. Daar heerlijk een portie spaghetti tot ons genomen.
Als laatste nog een heerlijke afdaling naar Caprile en het zat erop voor dit jaar. Vandaag 85 kilometer met 2300 klimmeters.

En weer naar huis …. 
In totaal fietste ik deze week bijna 600 km met tussen de 14 en 15 duizend klimmeters.      

  Inhoud kolom 2
up