Als op 21 september 1980 nog lang niet iedereen wakker is in De Hellen, staan op de stoep van de Deel al ca 18 fietsen geparkeerd: nadat de Tilburgse club “Pijnenburg” al enkele jaren reclame maakte met Tilburg-Vaals, denken de heren van de Hellen dat ze dat zelf ook wel kunnen en is de clubrit Goirle-Vaals geboren. Ook deze rit heeft een tijdlang een apart leven geleid in de vereniging, ware het alleen maar omdat in die jaren het sociale aspect ook telde: het waren namelijk de jaren dat op zondag na de wekelijkse rit de vrouwen met de kleintjes naar de Deel kwamen, om daar hun echtgenoten (of vriendje) op te wachten en na gezamenlijk koffie gedronken te hebben, weer huiswaarts keerden. Vanuit dat kader bezien was het niet verwonderlijk dat het de rit van Goirle naar Vaals maar niet terug was. Het was de rit waarin de dames van de deelnemers zo goed waren om hen in het onderste puntje van Zuid-Limburg op te komen halen. Een dame werd door haar vader opgehaald: we hadden ook in dat eerste jaar al een vrouwelijk lid (Sjannie Bloemen) die de eer van de vrouwen hoog zou houden en dat ca 3 jaar gedaan heeft, waarna ze verslingerd raakte aan een ander lid (Gerard Vissers), met hem trouwde en Goirle verliet.
|
Toen waren de Limburgse heuvels nog hoog genoeg voor ons, nu zoeken we liever de Ardennen op om te onderzoeken of we al sterk genoeg zijn. Maar op de Vaalserberg volgde elk jaar de apotheose van de tocht als onze vrouwen op die berg met bloemen in de hand stonden te wachten op de aankomst van hun mannen, en de kinderen hun vaders met bloemen konden fêteren.Eénmaal hadden we de euvele moed om eens te gaan kijken (als voorbereiding) of het parcours geen vervelende verrassingen voor ons in petto had: we besloten met z’n vieren (Ries van der Linden, Gerard Vissers, Wout Verhoeven en ik) op een zonnige dag de route Goirle-Vaals voor te rijden en ook maar gelijk terug te fietsen. Dat dit dagrecord van ca 315 km later niet meer verbroken is zal weinig mensen verbazen. Maar vraag Wout Verhoeven nog maar eens naar zijn ervaringen van die zeer warme terugtocht en wat hij met die liter druivensap -recht uit de koeling- deed. Maar ook hier is de klad in gekomen: op een gegeven moment hadden de dames niet meer zoveel zin om alweer die fietsers op te gaan halen in het diepe zuiden van ons land. Maar omdat wij het niet konden laten werd er een bus geregeld die ons thuis zou brengen. Dat dit duurder zou zijn dan eigen vervoer bleek al heel snel, reden waarom deze tocht later van de kalender verdwenen is. Wat bleef er over? Het uitstapje Limburg! Ieder jaar weer nemen we zelf de auto mee om hem Limburg te laten zien, en terwijl het vehikel op een parkeerplaats staat te wachten tot het zootje weer aan komt rijden genieten wij van ons jaarlijkse uitstapje waarvan nu een ieder weet hoe het geboren is. |
Uit de oude doos
Pagina 3 van 4