Individuele normen
Veiligheid Kies de juiste snelheidsgroep; vermoeidheid vermindert de alertheid. Heb je een slechte dag? Kies dan een andere snelheidsgroep. Niet plotseling remmen (b.v. bij gemiste afslag), liever de berm in sturen als dat kan. Geen (grote) waaiers vormen bij zijwind, vraag om minder snelheid. Houdt goed rechts op smalle wegen en bij onoverzichtelijke bochten. Oversteken van kruispunten: Wacht tot de hele groep over gestoken is, voor dat er weer wordt aangezet. Houdt bij stilstand rechts, ook in geval van “lek” rijden. Blijf op je plaats in de groep. Voorste rijders: Rustig snelheid weer opbouwen. Ook na een bocht.
Uitroepen en tekens
- Tijdig de juiste weg aangeven bij kruising / splitsing = LINKSAF_RECHTSAF_RECHTDOOR.
- Bij voorkeur kruispunt oversteken als de hele groep dat in één keer kan = STOP_VRIJ.
- Kop- en staartrijders altijd waarschuwen voor naderend gevaar. Signaal doorgeven in het peloton.
- LET OP = onoverzichtelijke situatie, hond, richel, drempel, gat, etc. Probeer kort en duidelijk ‘te duiden’ wat het betreft.
- TEGEN = tegemoet komende fietser(s) of voetganger(s).
- AUTO VOOR = tegemoet komende auto.
- AUTO ACHTER = inhalende auto.
|
|
- ZIJWEG = let op mogelijke dwarsverkeer;
- FIETSPAD = let op; maak vanaf nu gebruik van het fietspad.
- PAALTJES = paal(tjes) op fietspad.
- RITSEN = achter elkaar fietsen (smal fietspad, tegemoet komend verkeer, etc.). Elke linkse fietser laat zich daarbij voorzichtig zakken achter zijn rechter buurman.
- DOORDRAAIEN = doorschuiven aan de kop, de rechter man laat zich zakken.
- LEK = rustig uitrijden naar een veilige plek (bij lekke band of pech).
- RUSTIG = voorin niet zo snel optrekken en/of hard rijden.
- SLINGER = scherpe kronkel in de fietspad.
Waarschuwingstekens
- Linkerhand omhoog (voorste man) = Vaart minderen.
- Bij links of rechts afslaan arm extra hoog uitsteken.
- Met de hand laag naast je zwaaien = Let op! Obstakel aan die kant.
- Geef waarschuwingen direct en duidelijk door naar achter of voor.
Onderhoudstoestand fiets
- Zorg dat je fiets technisch in orde is, dus goed onderhouden.
- Iedereen is voor zijn/haar eigen materiaal (banden, ketting, etc.) verantwoordelijk.
De meeste ongelukken gebeuren tegen het einde van de rit!
|