2009: Driedaagse Parijs-Goirle


Van de Champ Elysées naar de Rillaersebaan
Door: Maarten Scholtze
 
Weekeinde van 10, 11 en 12 juli 2009

Het zijn maar twee willekeurige wegen op deze aarde en de afstand tussen beide is pakweg maar 500 kilometer, maar voordat je deze overbrugd hebt ben je toch wel een paar uurtjes verder.
Veel toerfietsers vinden het de ultieme kick om steile bergen tot absurde hoogte te beklimmen. Anderen vinden hun bevrediging in 10.000 kilometer rondjes rijden in drie weken tijd. Nu staan de leden van WTC de Hellen al wijd en zijd bekend om hun rariteiten, maar fietsen dwars door Parijs is natuurlijk helemaal van de gekke. Zeer weinigen durven maar amper met hun eigen auto door Parijs, laat staan per fiets.

Vrijdagmorgen 10 juli staan 30 (on)gevaarlijke gekken klaar om de monstertocht tussen Parijs en Goirle aan te vangen. De fietsen gaan in de vrachtwagen en iedereen zetelt zich gemakkelijk in de bus en na wat gemanoeuvreer zijn we op weg. Via Hazeldonk gaan we de grens over en dan langs Antwerpen en Gent richting Lille en na een kort pauze richting Parijs. Voor de tolweg komen we nog in een kleine file en na nog wat oponthoud in de voorsteden van Parijs staan we om goed half vier aan de voet van de imposante Eiffeltoren. De zon is intussen door gebroken en schijnt volop. De fietsen gaan de vrachtwagen uit en iedereen stelt zicht op voor de groepsfoto. Intussen trekken we volop bekijks van de vele aanwezigen internationale toeristen. De Japanse staan natuurlijk voorop en maken veel foto’s voor thuis.
Dan zijn we op weg. Met een rustig tempo fietsen we van stoplicht naar stoplicht. De sensatie is geweldig en kan wedijveren met een zware Alpenbeklimming. We maken met onze groep van 30 Goirlese boeren veel indruk. Het lokale verkeer wijkt gelijk de Rode zee voor ons uiteen zodat we overal vrij doorgang krijgen. We missen eigenlijk alleen een politieauto met zwaailichten. Dan zou het helemaal af zijn. We passeren het Louvre, de Place de la Concorde en rijden langs de Seine. We zien de Sacre Coeur en rijden langs de Bastille. Spontaan beginnen mensen voor ons te klappen en als we stilstaan wordt ons gevraagd welke tour we rijden. We kunnen enkel naar waarheid vertellen dat we met de “Tour l’Europe” bezig zijn. Stilaan beginnen we het centrum van Parijs achter ons te laten en komen aan in de buitenwijken die ons qua schoonheid niet kunnen bekoren. Dan verlaten we Parijs via een troosteloos gebied van industrieterreinen en vervallen wooncomplexen. We zijn op weg naar Compiègne. Hier zullen we de nacht doorbrengen in een luxe hotel. Dit hotel staat ook op een industrieterrein maar dit mag de pret niet drukken. We eten in een druk restaurant en de stemming zit er goed in.

joomplu:1061Gelijk de grote broers die Parijs-Roubaix rijden en ook in Compiègne starten gaan we de tweede dag op pad voor onze etappe naar Doornik, net over de grens in België.
Onze nederige dienaar Hendrik heeft alles zeer goed voorbereid en georganiseerd en na een kleine 70 kilometer kunnen we in een ouderwets Frans grand-café aan de koffie en appeltaart. Deze staat al voorgesneden op tafel en wordt door iedereen zeer snel smakelijk opgegeten. Het weer is de gehele dag bewolkt met daarbij af en toe donkere wolken. Gelukkig blijven die steeds achter ons en houden we het droog. De (forse) wind hebben we steeds van de zijkant met daarbij af en toe voordeel, net hoe de weg draait. Na nog een pauze op 140 kilometer, die ons het ergste deed vrezen maar zeer veel meeviel, komen we om half vier in Doornik aan. Daar het Hotel de Jeunesse (jeugdherberg) pas om vier uur opengaat hebben we eigenlijk de hele dag voor niets staan stressen en koersen aangezien we nu nutteloos een half uur duimen staan te draaien.

We verdelen ons over de slaapzalen waarbij met veel voorzichtigheid en voorkennis geprobeerd wordt om de notoire snurkers bij elkaar op een slaapzaal te krijgen. Zeer voorspelbaar lukt dit uiteindelijk niet. De snurkers vinden hun nachtrust belangrijker dan die van de overige leden en verdelen zich dus keurig over alle kamers.
Voor het avondmaal wordt Doornik, in het Frans Tournai genaamd, verkend. Het centrum is vrij authentiek en biedt mogelijkheden voor later op de avond (want er is meer als fietsen!) Om 19.00 uur worden we verwacht in de eetzaal van de jeugdherberg. Een ongelooflijke stank komt ons in de kelder annex eetzaal tegemoet. Door de droogte periode van de afgelopen weken komt er een flinke rioollucht vrij uit de afwateringsbuizen. Het menu bestaat uit: tomatensoep zonder ballen, een stevige kipfilet met een klein beetje champignonsaus en sla garni. Tevens genoeg aardappelpuree voor de verdere vulling.
Dankzij de bereidwillige medewerking van een bestuurslid die zorgt voor de bediening en het afruimen van de tafel, kan na enkele minuten reeds het nagerecht worden geserveerd. Dit is een kleine lotuskoek, weliswaar mooi verpakt in cellofaan maar niet geheel volgens onze wensen met betrekking tot een lekker nagerecht. Daarom gaan de meesten na de maaltijd gelijk op pad voor bijvoeding met andere supplementen. Voor de meestal bestaat dit uit fritten met mayo of andere snacks.
  We rusten nog wat uit op de vele terrassen en wandelen met oog voor cultuur en historie door de oude stadskern. Helaas is de oude kathedraal gesloten voor reparatie. Ons vermoeden dat er nog een lid van het huis van Oranje hier begraven lag bleek bij nader onderzoek thuis niet juist. Hoe mooi het stadshart ook is, geen echte Nederlander wil hier begraven liggen en hier sluit ik me van harte bij aan.

De volgende ochtend na, voor diegenen die aan de voorkant sliepen een rumoerige nacht door het vele doorgaande autoverkeer, gaan we na een snel en karig ontbijt wederom op pad voor de laatste etappe.
joomplu:1062Wat ons het hele weekend boven het hoofd heeft gehangen is dan eindelijk gebeurd. In de nacht heeft het stevig geregend en de vooruitzichten zijn de hele dag niet goed. Met overschoenen en regenjassen stappen we op de fiets met angstige vermoedens over wat ons de komende uren staat te wachten. Desondanks rijden we stevig door en moeten na een aantal kilometers van de fiets voor een lekke band. Deze wordt snel gerepareerd maar levert later nog eenmaal problemen op. In de buurt van Geraardsbergen wordt de stemming gepeild om de Muur als extra te beklimmen. Maar bij velen is er weinig ambitie om dit te doen, zodat ook hier een mooie gelegenheid voorbij gaat om extra hoogtemeters te verdienen. Ook wordt verzaakt om zich in de ogen van andere leden zich legendarische heldenstatus toe te eigenen. Nu blijft iedereen maar gewoon “held”. Helaas het is niet anders, maar het blijft wel verrekte jammer!

Bij een café naast de abdij van Affligem staat een lange rustpauze gepland. Maar geheel in de traditie van de buren, neemt het bedienend personeel ruim de tijd om ons van eten en drinken te voorzien. Als we uiteindelijk allemaal iets hebben gekregen zijn we een stevig uur verder. Heel het schema van Hendrik loopt nu in het honderd en alle beslissingen die later worden genomen vormen hier een accumulatie op.

De groep van dertig is de tweede dag gesplitst in twee delen. Voor het gemak zullen we dit maar senioren en jeugd noemen. Ook hadden we kunnen zeggen langzame klimmers en snelle klimmers of een gezellige en chagrijnige groep. Maar we hebben gekozen voor A en B groep en deze is willekeurig bepaald, zodat niemand zich schuldig hoeft te voelen waarom hij in Groep A of Groep B was beland. Dit was enkel en alleen door Gods hand bepaald. In ieder geval kreeg Groep A van de B-rijders na de pauze een kleine voorsprong omdat er nog wat hier en daar gerepareerd moest worden aan diverse fietsen tijdens de pauze. Hierdoor raakte de twee groepen elkaar voor enkele uren kwijt en zagen wij de A-rijders pas bij de grensovergang van Poppel terug. Hoe hen het die verloren uren gegaan is kan ik niet zeggen daar ik in de B-groep bivakkeerde. Langs het kanaal krijgen we op een vervelende plaats pech. Deze kan niet snel gemaakt worden en al wachtend op de bezemwagen besluiten we om kwartier te maken in de kleine kroeg bij de brug. We eten en drinken wat warms en lekkers en na goed 5 kwartier kunnen we verder. We horen van Groep A dat zij ook pech hebben gehad maar ondertussen de rustplaats in Lier reeds verlaten hebben. Daarom wordt verstandig besloten om deze pleisterplaats in Lier niet meer aan te doen en gelijk door te rijden naar Goirle. Dit is nog een kleine 90 kilometer en voor al onze afgetrainde jonge lijven makkelijk te doen. We krijgen een dertigtal kilometer stevig rugwind en halen daardoor hoge gemiddelden van ver boven de 35 kilometer en soms net onder de veertig kilometer.

Na nog een laatste lekke band die nog voor oponthoud zorgt rijden we richting Turnhout en vandaar naar Poppel. Daar wachten de A-rijders en gezamenlijk trekken we op naar Goirle.

Normaliter zouden we via het industrieterrein Tyvoort naar d’n Deel zijn gefietst maar niet vandaag! We rijden door de Bergstraat en Tilburgseweg door naar de Rotonde en over de Rillaersebaan naar ons clubhuis. Als we over de Champs Elysées kunnen fietsen dan is de Rillaersebaan toch zeker ook geschikt voor ons. We rijden extra langzaam en goed zichtbaar door Goirle en werken hiermee aan onze P.R.
Fietsen van Parijs naar Goirle is immers geen dagelijkse kost en dat mag door de overige bewoners van Goirle best gezien worden.

Precies om klokke zes uur draaien we de parkeerplaats op van het clubhuis en daar staan vele “honderden” mensen de helden op te wachten. De organisatie heeft gezorgd voor een mooie ruiker voor de twee chauffeurs van de volgauto’s en zij worden verder door iedereen hartelijk bedankt voor hun vrijwillige medewerking, waardoor anders dit mooie weekend zeker niet mogelijk zou zijn geweest.  

Als laatste een dank voor Hendrik Dejonckheere die, ondanks veel scepsis van velen, bewezen heeft een zeer goed organisator te zijn. Hij heeft er zeer veel vrije uren in gestoken zodat wij deze mooie tocht konden rijden.

Maar hoe moet het nu volgend jaar? Hoe kunnen wij deze twee (lees drie) daagse nog overtreffen? Moeten we nu nog verder of moeten we origineler worden. Aan de toercommissie de uitdaging om voor volgend jaar iets leuks te bedenken.
up