Pagina 3 van 3
Het pijnlijke genot Door: Roger Bougie
Weekend van 10, 11 en 12 juli 2009
Maandag, 13 juli: Goirle – Tilburg (6,5 kilometer)Met pijn aan mijn kont en benen die bij elke pedaalslag “niet doen” roepen ben ik vanochtend naar mijn werk gefietst. Terwijl ik links werd ingehaald door een opa met volle fietstassen en rechts door een moeder met twee kinderen op de fiets dacht ik met veel plezier terug aan Parijs – Goirle, de tocht drie dagen eerder begon met een foto onder de Eiffeltoren. Vrijdag, 10 juli: Bestorming van de Bastille Het is 10 juli 2009 en even over vieren als we met 29 fietsers onder de Eiffeltoren in Parijs staan voor de foto. Het is licht bewolkt, vrijdag, vakantie en druk op de weg naar en in Parijs. Maar wat geeft het, het gaat beginnen! 500 kilometer in drie dagen; vanuit Parijs naar Goirle. We laten de Eiffeltoren achter ons en rijden van de ene bezienswaardigheid naar de andere. We zien Place de la Concorde, Pont Neuf, de Notre Dame, de stalletjes met boeken langs de Seine. Zelf zijn we ook een bezienswaardigheid en we worden telkens opnieuw gefotografeerd. Een verbaasde Japanner maakt voor de zekerheid een foto; hij controleert later thuis wel of het nu echt de Tour de France was of toch iets anders. Met 29 Hellenrijders bestormen we de Bastille, 220 jaar nadat bange en boze Parijzenaren hetzelfde deden. Bang zijn we zelf voor niets en niemand, of het moest de afstand zijn, het drukke verkeer in Parijs, de heuvels onderweg, de inspiratie van Hendrik, de conditie, tegenwind en al die andere dingen waar we de laatste dagen van wakker lagen. Ruim vier uur later arriveren we relatief fris en ongeschonden bij onze eerste overnachtingsplaats. Maaike, die niet mee kon fietsen, heeft veel geregeld. Kaartjes voor de kamers, het eten; alles is georganiseerd! Wil staat klaar met de vrachtwagen; koffers eruit, fietsen en er in. Wat een luxe allemaal, wat een verzorging. We hoeven zelf niets meer te doen dan te douchen, te eten en te slapen (al viel dat laatste niet voor iedereen mee). Zaterdag 11 juli : De kopman van groep B Om 6 uur staan we op; de lucht is grijs maar de temperatuur is goed. Ontbijt; ik eet zoveel mogelijk witte broodjes met jam en plakken cake. We rijden vandaag in twee groepen volgens het systeem Toon. In groep A de snelle mannen en daarachter in groep B de nog snellere mannen. De route is fantastisch. Het landschap glooit, de uitzichten zijn prachtig. Brede wegen, lege dorpen. Hendrik rijdt lek en stapt volgens zijn eigen regels in de auto bij Maaike na het plakken van de band. We zien hem pas 30 kilometer verderop terug. Volgens eigen zeggen omdat hij de groep niet meer kon vinden. De sfeer is goed, de gesprekken nog beter. We passeren de ene trouwerij na de andere. Een fotomoment van een bruidspaar; ik hoor iemand iets zeggen over cols van de tweede categorie die de bruidegom nog moet beklimmen vanavond (fietst die dan ook?). Een pracht (of is het een monster) van een kasseienstrook schudt alles wat nog vast zat aan de fiets los. Er wordt gevloekt en genoten. De benen voelen goed en het tempo is ontspannen. We klimmen regelmatig en suizen naar beneden in lange, mooie afdalingen. Frans Lemans (groep A) verricht beulswerk. Bij elke beklimming laat hij zich afzakken naar groep B om ons als een ware kopman door de heuvels te leiden. Chapeau Frans: kopman van groep B! Langzaam maar zeker (maar voor op schema) naderen we Doornik (Tournay). Maaike rijdt in de auto afwisselend achter groep A en B en keurt kuiten. “De jongste die zijn van Martijn” is alles wat ze daar later, op het terras in Doornik, over kwijt wil. Zondag 12 juli: Pijn is genot Onder een grijs wolkendek fietsen we rond 8.15 Doornik uit. Groep A draait meteen linksaf, wij besluiten de originele route te volgen en draaien naar rechts. Na een voorzichtige start over de kasseien van Doornik, wordt het tempo opgeschroefd als we de stad uit zijn. Het is benauwd, mijn keuze voor lange mouwen was de verkeerde. Ik krijg het warm en het voelt niet geweldig als we na 15 kilometer in strak tempo de eerste heuvel oprijden. Ik praat me zelf moed in en houd me voor dat het na 40-50 kilometer lekkerder zal gaan; ik moet er gewoon even inkomen. “Pijn is genot” is een prachtig boek van Jan Siebelink over fietsen en fietsers. Ik geniet volop. |
Ik heb al snel het vermoeden dat we voor groep A fietsen en dat vermoeden wordt bevestigd na een telefoontje naar Hendrik op het moment dat Michael Hamilton lek heeft gereden. Hendrik denkt nog dat zijn groep voor ons rijdt (“omdat we hard door rijden”), maar na een tweede lekke band (Michael zal nog veel banden verslijten vandaag) rijdt groep A onder luid gejuich en de nodige aanmoedigingen van Groep B voorbij. Henk Strijbos maakt van de gelegenheid gebruik om een banaan uit de handen van een weinig alerte Maarten Scholtze te plukken. We rijden even later het gat naar groep A dicht en nemen samen nog een paar lichte heuveltjes. Chaos ligt op de loer als er wordt gedemarreerd uit groep B, maar even later is de orde (de code van Toon) hersteld. We pauzeren samen in Affligem. De verwachte regen is uitgebleven. De zon schijnt als we aanleggen voor koffie en gebak. Lange mouwen worden ingewisseld voor korte mouwen, overschoentjes worden uitgedaan, bidons gevuld, banden opgepompt en de zakken worden volgeladen met energiedrankjes, fruitkicks en bananen. Michael helpt nog een paar banden de vernieling in en een kwartier na groep A vertrekken we op weg naar Lier. Jan van Nunen zit op kop. Hij is niet van plan langzamer dan 40 kilometer per uur te fietsen; smal fietspad of niet, glad of niet, paaltjes of niet. We vliegen, geduwd door de wind uit het Zuidwesten, door de straten van België. We laten Jan verkeerd fietsen, we hebben plezier en de stemming is perfect, ondanks de lichte regen. Ik doe iets stoms want laat me afzakken en stop om een regenjack aan te doen (zonder iets te roepen). Ik zie de groep snel kleiner worden, heb visioenen over een eenzame tocht naar huis en ik ga vol in de beugels om de groep weer in te halen. Maar er zijn mensen die me hebben zien afremmen en even verderop wordt er gewacht. Godzijdank! De volgauto kan niet mee omdat we over fietspaden rijden en even later merken we wat dat betekent als John zowel zijn binnenband als zijn buitenband aan diggelen rijdt, net als we groep A een paar honderd meter voor ons zien rijden. Wachten! We beslissen met zijn allen te wachten op John. We nemen soep en tosti’s in het café langs het kanaal en besluiten (uiteindelijk eensgezind) hier te pauzeren en dan in één ruk de laatste 90 kilometer naar Goirle te rijden. Weer op weg. Het is ongelooflijk hoe sterk er gereden wordt; met meer dan 400 kilometer in de benen blijft het tempo boven de 35 kilometer per uur liggen. Desondanks halen we, vanwege de lange pauze, groep A niet in. Die wacht in Poppel en gezamenlijk rijden we vanuit Poppel naar Goirle. Met Hendrik voorop rijden we een ereronde door het dorp en arriveren we onder luid applaus bij De Deel. Ik heb pijn en ik geniet. Jan Siebelink had gelijk. Pijn is genot. Epiloog Sjef, Wout, Gerrit, Hendrik, Maaike, Michael, Peter, Ad, Toon, Frans, Jan, Martijn, Ton, Mart, Cees, John, Frans, Neel, Jack, Huub, Piet, Maarten, Ad, Henk, Raymond, Pieter, Arno, Leon, Rens en Wil: bedankt voor het zeer aangename gezelschap onderweg! Wil en John; wat was het fijn om in de pauze de vrachtwagen in te kunnen lopen, eten te kunnen pakken, te kunnen omkleden of gewoon even lekker in de laadklep te genieten van een zonnetje terwijl Michael het Nederlands record banden wisselen aan het verbreken was. Heel erg bedankt! Maaike; wat hadden we zonder je gemoeten! Met nieuwe banden, wielen, regenjacks en een ontzettend goed humeur reed je achter ons aan in Frankrijk, België en Nederland. Fantastisch! En Hendrik… het was geweldig! Vanaf vorig jaar kennen we allemaal het “systeem Toon” als het gaat om het fietsen van grote tochten. Vanaf dit jaar kennen we ook een nieuwe standaard als het gaat om het organiseren van een tweedaagse: de “Alles Doordachte Handelwijze van DeJonckheere” ofwel de ADHD. De onmisbare ingrediënten: vijf eetlepels inspiratie, twaalf eetlepels inspanning, één eetlepel ontspanning en een snufje avontuur (een kniesoor zou het wanorde kunnen noemen). Nogmaals: het was geweldig. Hendrik: bedankt! |
|